Convenant

Convenant Verantwoord gedrag 2023/2024


Preambule


De partners voor dit convenant Verantwoord gedrag zijn het College van Bestuur van Wageningen University en tien Wageningse verenigingen. De verenigingen leveren een belangrijke bijdrage aan het actieve studentenleven in Wageningen. Ze bieden hun leden een waardevol netwerk en mogelijkheden om zich op sociaal en persoonlijk vlak te ontwikkelen. Ze hechten eraan een veilige en gezonde plek voor (aspirant-)leden en niet-leden te zijn, waar aandacht is voor het welzijn van de student.


De verenigingen zijn veelal besloten verenigingen. Ze realiseren zich dat buitenstaanders (ouders/ verzorgers, media etc.) de universiteit (mede-)verantwoordelijk houden voor hetgeen zich op of vanwege de verenigingen afspeelt. Zowel de verenigingen als de universiteit hebben er belang bij dat (aspirant-)leden van verenigingen zich in alle opzichten respectvol gedragen en behandeld weten, en dat excessen (dus) voorkomen worden. Met dit convenant ‘Verantwoord gedrag’ onderstrepen het College van Bestuur van Wageningen University en de verenigingen het belang van de afspraken daarover.


Aan het convenant ligt een aantal gedeelde uitgangspunten ten grondslag. De betrokken partijen hechten waarde aan transparantie over hun activiteiten en aan de communicatie daarover, kunnen rekenen op wederzijds respect, wijzen discriminatie, zowel geestelijk als fysiek geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag af en treden daar proactief en zo nodig actief tegen op.


Het verenigingsbestuur is verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de vereniging. In dit convenant wordt die verantwoordelijkheid nader uitgewerkt (2), met betrekking tot verenigingsactiviteiten in zijn algemeenheid (3) en de verenigingsintroducties in het bijzonder (4) en wordt ingegaan op de vertrouwenscontactpersonen op de vereniging (5), het omgaan met incidenten, klachten en sancties (6) en afspraken omtrent verantwoord alcoholgebruik (bijlage 1).


Begrippen en afkortingen


Aspirant-lid: persoon die zich heeft ingeschreven bij een vereniging maar nog niet tot lid van de vereniging geïnaugureerd is.


Calamiteit: een ernstig incident, een (niet-verwachte) gebeurtenis die ernstige schade kan veroorzaken.


Incident: een voorval dat bij betrokken(n) en/ of derden in de breedste zin van het woord, opschudding veroorzaakt/ zou kunnen veroorzaken.


Verenigingen: CSFR Dei Gratia, D.L.V. Nji-Sri, Ichthus Wageningen, Unitas Wageningen, K.S.V. St. Franciscus Xaverius, NSW, SSR-W, VGSW, W.S.R. Argo en W.S.V. Ceres


Verenigingsactiviteit: activiteit die uit naam van de vereniging wordt georganiseerd -al dan niet door commissies- en daarmee onder supervisie van het bestuur dan wel de sociëteitscommissie valt, ook wel ‘activiteit’.


Verenigingsbestuur: het dagelijks bestuur van de vereniging zoals terug te vinden bij de Kamer van Koophandel, ook wel ‘bestuur’.


Sociëteit: het gebouw en, indien van toepassing, de omliggende buitenruimten die behoren tot de desbetreffende vereniging.


VIT: Verenigingsintroductietijd, ook wel ‘introductietijd’.


1. Werking convenant

Het is belangrijk dat de verenigingsbesturen zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid ten aanzien van hun vereniging en hun (aspirant-)leden. In het convenant is verwoord wat die verantwoordelijkheid in praktische zin betekent en daarmee hoe de verenigingen zich kunnen voorbereiden op het dragen ervan. Het beoogt een leidraad te zijn voor adequaat handelen en -waar nodig- lessen trekken uit eventuele evaluaties.


Het verenigingsbestuur ziet er op toe dat de organisatie en de uitvoering van verenigingsactiviteiten, inclusief de gehele VIT, gebeuren binnen de randvoorwaarden en in de geest van dit convenant, zowel binnen als buiten de sociëteit of het verenigingsgebouw. Het verenigingsbestuur informeert Wageningen University jaarlijks vóór 1 juli over de manier waarop ze dat doet. Dat gebeurt in het jaarlijks overleg met de universiteit dat plaatsvindt op uitnodiging van de rector magnificus. Ter voorbereiding wordt agenda van dit overleg een week van te voren bekend gemaakt aan de betrokken partijen, waarna zij eventueel nog agendapunten kunnen indienen. Het convenant zal, jaarlijks voorafgaande aan het overleg met de rector magnificus geëvalueerd worden indien nodig wordt het convenant gewijzigd met instemming van alle partijen.


Partijen kunnen elkaar aanspreken op het niet naleven van hetgeen in dit convenant is bepaald, zo nodig zullen er (intern) maatregelen genomen worden en/ of sancties worden opgelegd.


Wageningen University publiceert het convenant op haar website. Studenten wordt gevraagd situaties te melden die ze in strijd ervaren met dit convenant bij zowel de universiteit als de betreffende vereniging. Wageningen University zal meldingen verifiëren en met de betreffende vereniging bespreken. De partijen garanderen dat diegenen die dergelijke meldingen gedaan hebben daar geen negatieve consequenties van ondervinden.


Van de kant van Wageningen University is de woordvoerder van de universiteit de aanspreekpersoon voor het convenant en hetgeen er in is bepaald; van de kant van de studentenverenigingen zijn dat de verenigingsbesturen.

2. Verantwoordelijkheden verenigingsbestuur

Voor het functioneren van de studentenvereniging speelt het verenigingsbestuur een cruciale rol. Het verenigingsbestuur is verantwoordelijk voor het beleid, de organisatie en uitvoering van en het toezicht op verenigingsactiviteiten, zowel binnen als buiten de sociëteit of het verenigingsgebouw. Het bestuur is verantwoordelijk voor het bevorderen van een verenigingscultuur waarbij geen sprake is van ontoelaatbaar gedrag.


In de context van dit convenant is de verantwoordelijkheid/ rol van het verenigingsbestuur verder uitgewerkt:


1. Het verenigingsbestuur is verantwoordelijk voor verenigingsactiviteiten, zowel binnen als buiten de sociëteit. Daarnaast is het bestuur binnen de muren van de sociëteit verantwoordelijk voor gedragingen van subsets van leden (bv. disputen, gezelschappen, jaarclubs, commissies, verenigingshuizen etc.).

2. Het verenigingsbestuur is niet verantwoordelijk voor activiteiten van subsets van leden die geen verenigingsactiviteit zijn. Desondanks zal het verenigingsbestuur anticiperend handelen op het goede verloop van deze activiteiten en voortvarend optreden mocht daar aanleiding toe zijn.

3. Het verenigingsbestuur is verantwoordelijk voor het naleven van dit convenant door en binnen de vereniging, houdt toezicht op verenigingsactiviteiten en zal ingrijpen indien dat in het licht van dit convenant nodig is.

4. Het verenigingsbestuur zorgt voor een verantwoord alcoholbeleid en houdt toezicht op het naleven van dit alcoholbeleid door haar (aspirant-) leden.

5. Het verenigingsbestuur bevordert een cultuur waarin het vanzelfsprekend is dat (aspirant-)leden elkaar aanspreken op onaanvaardbaar gedrag.

6. Het verenigingsbestuur is er verantwoordelijk voor dat (aspirant-) leden en hun ouders/ verzorgers er van op de hoogte kunnen zijn waar het convenant ingezien kan worden en dat de (aspirant-) leden er actief op gewezen worden dat ze geacht worden naar dit convenant te handelen.

7. Het verenigingsbestuur en Wageningen University publiceren dit convenant op hun website, daar waar in ieder geval (aspirant-) leden van de verenigingen er toegang toe hebben.

8. Het verenigingsbestuur brengt alle leden van de vereniging op de hoogte van dit convenant.

9. Indien een lid of subset van leden van de studentenvereniging handelt in strijd met de afspraken en intenties opgenomen in dit convenant, neemt het verenigingsbestuur maatregelen tegen het overtredende lid of de groep van leden, volgens de eigen regelingen en reglementen. Het verenigingsbestuur doet melding van de genomen maatregel(-en) aan Wageningen University.

10. Het verenigingsbestuur stelt één of meerdere vertrouwenscontactpersonen aan binnen de vereniging. (Aspirant-) leden worden in elk geval via de officiële interne communicatiekanalen geïnformeerd over de rol en de bereikbaarheid van deze vertrouwenscontactpersoon/-personen.

11. Het verenigingsbestuur meldt incidenten en klachten direct en uiterlijk binnen twee werkdagen aan de universiteit.

12. Het verenigingsbestuur organiseert binnen de vereniging jaarlijks een reflectie door (een verband van) (oud-) leden op de ontwikkeling van de verenigingscultuur. Daarbij wordt de aard van de eventueel voorgevallen incidenten besproken en hoe deze voorkomen (hadden) kunnen worden, in combinatie met hoe omgegaan moet worden met klachten. Het verenigingsbestuur rapporteert jaarlijks over de reflectie op de verenigingscultuur aan Wageningen University. De ontwikkeling van de verenigingscultuur is onderwerp van het jaarlijks gesprek met de rector magnificus.

13. Het verenigingsbestuur zorgt er voor voorbereid te zijn op mogelijke calamiteiten door middel van het calamiteitenplan van de vereniging. Het calamiteitenplan kan desgevraagd beoordeeld worden door de veiligheidsfunctionaris van Wageningen University. Waar dat relevant is voor bepaalde activiteiten, borgt het verenigingsbestuur de beschikbaarheid van protocollen.


3. Verenigingsactiviteiten

De vereniging waarborgt veilige en gezonde omstandigheden op de sociëteit en tijdens verenigingsactiviteiten (inclusief de VIT). Dat betekent dat mensen zich er respectvol gedragen, dat verantwoord omgegaan wordt met tradities en sociale druk en dat alcoholgebruik alleen verantwoord plaatsvindt.


Respectvol gedrag

Het verenigingsbestuur tolereert geen fysiek of geestelijk geweld tegen/ door (aspirant-)leden.


Onder dergelijk geweld wordt ook verstaan:

- discriminatie op welke grond dan ook,

- seksueel of anderszins grensoverschrijdende handelingen en opmerkingen.


Tradities

Het verenigingsbestuur is zich ervan bewust dat sommige tradities door buitenstaanders als negatief ervaren kunnen worden. Het bestuur zorgt ervoor dat deze tradities geen negatieve consequenties opleveren voor de betrokken student, noch voor de vereniging, noch voor de universiteit, noch voor buitenstaanders. Verenigingen zullen eigen tradities kritisch bekijken en eventueel schrappen of aanpassen.


Sociale druk

Lid worden van een vereniging betekent eventueel het aangaan van verplichtingen waaraan voldaan moet worden. De vereniging zorgt ervoor dat aspirant-leden tijdig op de hoogte worden gesteld van dergelijke verplichtingen. Eventuele verplichtingen moeten kunnen worden nagekomen, zonder dat de studievoortgang belemmerd wordt.

Het verenigingsbestuur borgt dat er omwille van de studievoortgang, bij het inplannen van grote activiteiten, rekening gehouden wordt met zelfstudie- en tentamenperiodes.


Middelengebruik

Het is algemeen bekend dat overmatig gebruik van alcohol en drugs schadelijke gevolgen heeft.

Om die reden zijn in het kader van het Nationaal Preventieakkoord (2018) ook studentenverenigingen in landelijk verband opgeroepen om afspraken te maken over maatregelen die bijdragen aan het tegengaan van onverantwoord alcoholgebruik. Dat heeft geresulteerd in een bijlage bij dit convenant: ‘Afspraken verantwoord alcoholgebruik’. De verenigingsbesturen zorgen er voor dat de afspraken op de verenigingen worden gehandhaafd.


4. Verenigingsintroductietijd

De Verenigingsintroductietijd (VIT) heeft als doel belangstellenden, voordat ze lid worden van de vereniging, kennis te laten maken met de vereniging in al haar facetten. Het heeft tevens als doel aspirant-leden kennis te laten maken met de leden en een goede band te creëren tussen de (aspirant-) leden.


Gegeven de verantwoordelijkheid van het verenigingsbestuur voor het beleid, de organisatie, de uitvoering van en het toezicht op verenigingsactiviteiten zowel binnen als buiten de sociëteit, zijn de verenigingen en Wageningen University een aantal specifieke afspraken overeengekomen ten aanzien van de VIT:


1. Het verenigingsbestuur is eindverantwoordelijk voor de VIT en daarmee voor het respecteren van de persoonlijke integriteit, de (psychische en fysieke) gezondheid en de persoonlijke hygiëne van de aspirant-leden, op de sociëteit en eventueel op andere locatie(s) waar VIT-activiteiten plaatsvinden.

2. Het verenigingsbestuur zorgt ervoor dat aspirant-leden vóór hun inschrijving voor de introductietijd geïnformeerd worden over de aard en de hoofdlijnen van de VIT. Deze informatie plaatst de vereniging op haar website, zodanig dat derden (waaronder aspirant-leden, ouders/verzorgers van aspirant-leden en ook Wageningen University) deze informatie kunnen raadplegen. Daarbij wordt expliciet vermeld dat geen sprake is van geheimhoudingsplicht over de inhoud en aard van het introductieprogramma.

3. Het verenigingsbestuur is verantwoordelijk voor het programma van de VIT, voor adequate draaiboeken, veiligheidsplannen en andere protocollen en richtlijnen die nodig zijn om de VIT veilig en verantwoord te laten verlopen

4. Omwille van de fysieke en psychische gezondheid en de hygiëne van het aspirant-lid, legt het verenigingsbestuur, voorafgaand aan de vaststelling van het programma, het programma en het draaiboek van de VIT jaarlijks ter toetsing voor aan een medisch expert. Wageningen University faciliteert de beschikbaarheid van een medisch expert voor de toetsing. De medisch expert informeert WU over zijn bevindingen (“Toets geeft wel/ geen aanleiding te verwachten dat tijdens de VIT verantwoord wordt omgegaan met de fysieke en psychische gezondheid en de hygiëne van het aspirant-lid.”)

5. Het verenigingsbestuur borgt dat het verenigingsbestuur en de organiserende commissie(s) toegang hebben tot alle activiteiten in het programma van de VIT.

6. Het verenigingsbestuur borgt dat ook tijdens de VIT de afspraken rondom verantwoord alcoholgebruik worden nageleefd (zie bijlage 1) en dat het draaiboek voor de VIT vermeldt wanneer alcoholgebruik is toegestaan en door wie.

7. Tijdens de VIT houdt te allen tijde minimaal één ‘verantwoordelijke van dienst’ toezicht. Deze persoon is in het bezit van een IVA-certificaat, dient verplicht nuchter te zijn (promillage 0.0), en is bevoegd tot ingrijpen en bestraffen van wangedrag waar nodig.

8. Het verenigingsbestuur borgt dat aspirant-leden niet uitgesloten worden van verdere deelname aan de VIT wanneer zij weigeren deel te nemen aan activiteiten die tegen hun wil of (geloofs-)overtuiging in gaan of waarvan zij de risico’s onaanvaardbaar achten.

9. Het verenigingsbestuur houdt toezicht op de activiteiten die plaatsvinden in het kader van de VIT en grijpt in als daar in de geest van dit convenant aanleiding toe is.

10. Het verenigingsbestuur zorgt voor een plan waaruit blijkt dat ze zich bewust is van de verantwoordelijkheid van de vereniging in geval van eventuele calamiteiten die zich tijdens de VIT kunnen voordoen en van het feit dat ze daar op voorbereid moet zijn. Het plan beschrijft hoe in geval van eventuele calamiteiten gehandeld wordt en wie waar verantwoordelijk voor is.


Additionele waarborgen t.b.v. de persoonlijke integriteit, de gezondheid en de hygiëne gedurende de VIT staan vermeld in bijlage 2.


5. Vertrouwenscontactpersoon vereniging

De vereniging benoemt voor haar (aspirant-)leden minimaal één vertrouwenscontactpersoon op de vereniging (VCP), zijnde geen lid van het verenigingsbestuur. De VCP heeft direct toegang tot het verenigingsbestuur en, indien ingesteld, tot de klachtencommissie waarbij onafhankelijkheid, vertrouwelijkheid en anonimiteit gewaarborgd is.

De vertrouwenscontactpersoon van de vereniging handelt in de geest van de gedragscode van de Landelijke Vereniging van Vertrouwenspersonen.

Ter ondersteuning van de vertrouwenscontactpersonen van de verenigingen zorgt Wageningen University voor een zg. sociale kaart voor studenten op basis waarvan de VCP’s hun (aspirant-)leden adequaat kunnen doorverwijzen. Daarnaast zorgt de universiteit minimaal twee keer per jaar voor bijeenkomsten van VCP’s met (een van de) vertrouwenspersonen voor studenten. Bij die gelegenheid wordt ingegaan op het functioneren van VCP’s (op het niveau van de vereniging en op het niveau van de individuele VCP), op de sociale kaart en is ruimte voor intervisie. Ook zal ingegaan worden op de faciliteiten die de VCP’s voor advies en ondersteuning ter beschikking staan, mochten ze daar in hun functioneren behoefte aan hebben (vertrouwenspersoon studenten, studentendecaan).

De VCP’s zullen jaarlijks worden uitgenodigd voor deelname aan een door WUR bekostigde training ‘vertrouwenscontactpersonen’, via de Projectleider Studentenwelzijn, naar het voorbeeld van de training die Leiden University faciliteert.

6. Incidenten, klachten en sancties

Het verenigingsbestuur meldt incidenten en klachten direct en niet later dan binnen twee dagen aan de contactpersoon van Wageningen University. De universiteit meldt alle klachten die zij ontvangt over de studentenverenigingen, als eerste en binnen twee dagen aan het betreffende verenigingsbestuur.

De betrokken vereniging stelt, binnen vijf werkdagen na melding van een incident, een intern onderzoek in naar het incident/ de klacht en stelt de universiteit daarvan op de hoogte. De vereniging informeert de universiteit binnen uiterlijk drie weken na de melding van het incident, over de resultaten van het onderzoek en de uiteindelijke afhandeling van het incident/ de klacht. Mocht er meer tijd nodig zijn voor het onderzoek, kan WU instemmen met een verlenging van deze termijn met maximaal drie weken.

De universiteit kan besluiten om (ook) een onderzoek in te stellen. De universiteit stelt het betreffende verenigingsbestuur direct op de hoogte van die beslissing. Dit doet zij uiterlijk binnen vier weken na te zijn geïnformeerd over de resultaten van het interne onderzoek door de desbetreffende vereniging. De universiteit kan zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een extern bureau. De vereniging werkt mee aan een dergelijk onderzoek door desgevraagd alle relevante informatie voor het onderzoek te overhandigen op een manier die in lijn is met de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming). Hierbij geldt dat de dagelijkse activiteiten op de vereniging zo beperkt mogelijk zullen worden gehinderd en dat er geen sancties zullen gelden totdat het onderzoek is afgerond.

Het College van Bestuur doet binnen acht weken na het instellen van het onderzoek, gebaseerd op de resultaten daarvan, een uitspraak over het incident en kan de vereniging, het verenigingsbestuur of commissies van de vereniging een of meerdere sancties opleggen. Indien er meer tijd nodig is voor het onderzoek kan deze termijn met maximaal acht weken worden verlengd, in overleg met de andere betrokken partijen. De zwaarte van de op te leggen sanctie(s) is afhankelijk van de ernst van het incident of de klacht. Er wordt rekening gehouden met de manier waarop de betreffende vereniging met het incident of de klacht is omgegaan en met eventuele vergelijkbare situaties in het verleden.

De verenigingsbesturen krijgen de mogelijkheid om binnen vier weken na de uitspraak van de universiteit bezwaar aan te tekenen. Het aangetekende bezwaar tegen de sanctie wordt altijd afgehandeld conform de in de eventuele betreffende regeling beschreven procedure of -indien geen sprake is van een regeling waar voor de sanctie op kan worden teruggevallen- door een externe partij.


Mogelijke sancties zijn:

  1. een officiële waarschuwing,
  2. het intrekken of opschorten van promotiemogelijkheden via de universiteit, hierbij inbegrepen de toegang tot de Algemene Introductiedagen (AID, zomer & winter),
  3. het intrekken van de toegang tot namens de universiteit georganiseerde activiteiten, waaronder academische plechtigheden en delen van de AID,
  4. het opschorten of terugvorderen van subsidies en andere faciliteiten,
  5. het voor bestuurs- en/ of commissieleden geheel of gedeeltelijk intrekken of opschorten van financiële FOS-ondersteuning volgend uit de Regeling Profileringsfonds Wageningen University,
  6. het intrekken van de FOS-erkenning van de vereniging zoals bedoeld in de Regeling Profileringsfonds Wageningen University,
  7. het (tijdelijk) verbreken van de officiële relatie tussen de studentenvereniging en Wageningen University.


Bijlage 1:

Afspraken verantwoord alcoholgebruik Regelgeving, toezicht en handhaving

 1. De vereniging kent een sociëteits- en alcoholreglement dat zichtbaar is voor elke bezoeker van het pand. Hierin staan de taptijden, regels rondom het gebruik van de sociëteit, regels omtrent verantwoord alcoholgebruik en maatregelen omtrent onverantwoord alcoholgebruik.

2. Tijdens openingsuren van de sociëteit houdt minimaal één persoon toezicht (‘verantwoordelijke van dienst’). Deze persoon is in het bezit van een IVA-certificaat, dient verplicht nuchter te zijn (promillage 0.0), en is bevoegd tot ingrijpen en bestraffen van wangedrag.

3. Noch (aspirant-)leden, noch gasten op de sociëteit wordt ooit verplicht alcohol te drinken. Het bestuur en de verantwoordelijke van dienst zien hier op toe en hebben gezorgd voor mandaat om in te kunnen grijpen.

4. De barverantwoordelijke ziet bij het verstrekken van alcoholhoudende dranken toe op de naleving van de Drank- en Horecawet.

5. Barvrijwilligers en bestuursleden moeten een Instructie Verantwoord Alcoholschenken (IVA) hebben gevolgd en behaald, offline of online, en hebben de ‘Afspraken verantwoord alcoholgebruik’ ondertekend.

6. Barvrijwilligers en de verantwoordelijke van dienst maken gebruik van de IVA-checklist ‘handelingsperspectief voor barmedewerkers’ van het Trimbos-instituut, voor het herkennen van dronkenschap en het kunnen toepassen van interventies.

7. Het bestuur of de verantwoordelijke van dienst zorgt ervoor dat eenieder die onacceptabel gedrag vertoont door overmatig alcoholgebruik (incl. seksueel grensoverschrijdend gedrag), de toegang tot de sociëteit wordt geweigerd dan wel het pand verlaat.

8. Het bestuur of de verantwoordelijke van dienst treffen maatregelen om er voor te zorgen dat mensen die te veel gedronken hebben, veilig thuis komen. Te denken valt aan het vragen van een bekende om de desbetreffende persoon veilig thuis te brengen of het bellen van een taxi en het meegeven van contant geld voor de rit.

9. Leden die zich op de sociëteit of tijdens een verenigingsactiviteit hebben misdragen als gevolg van alcohol, worden zo spoedig mogelijk door het bestuur actief benaderd en erop gewezen dat het alcohol-gerelateerde wangedrag niet getolereerd wordt binnen de vereniging.

Voorlichting en preventie

10. Wageningen University besteedt tijdens de algemene introductieperiode aandacht aan bewust alcoholgebruik; de vereniging doet dat tijdens de verenigingsintroductie. Behalve tijdens de verenigingsintroductie organiseert de vereniging, al of niet gezamenlijk, jaarlijks één evenement met voorlichting over verantwoord alcoholgebruik voor alle leden van de vereniging.

11. Binnen een half jaar nadat ze lid zijn geworden, volgt elk nieuw verenigingslid een IVA-cursus. Dit kan zowel offline als online.

Beschikbaarheid van dranken

12. Als alternatief voor alcoholhoudende dranken worden er op de sociëteit en bij evenementen standaard niet-alcoholische dranken aangeboden.

13. De vereniging draagt binnen de vereniging eventuele campagnes van hun brouwer uit om alcoholvrij bier te promoten (minimaal twee keer per jaar).

14. Op de sociëteit is altijd gratis water beschikbaar. Aan de bar in de vorm van kraanwater of waterflesjes of bij speciale watertappunten.

15. Sterke drank wordt alleen geschonken met behulp van een maatschenker, hetzij automatisch of met behulp van een schenktuit, doseerdop of drankmaat.

16. De vereniging hanteert bepaalde, verantwoorde schenktijden voor sterke drank en een voldoende hoge prijs van sterke drank.

17. De prijs van een glas fris is nooit hoger, en liefst lager, dan de prijs van een glas bier of andere alcoholhoudende consumpties.

Bijlage 2: Additionele waarborgen t.b.v. de persoonlijke integriteit, gezondheid en hygiëne gedurende de VIT

De vereniging zal zorg dragen voor het volgende:

1. Bij hun aanmelding voor de VIT wordt aspirant-leden gevraagd eventuele fysieke en/of psychische beperkingen te melden. Daarbij maakt de vereniging gebruik van een (medisch) intakeformulier. Het verenigingsbestuur laat de medische en/of psychische beperkingen beoordelen door een arts. De adviezen van de arts zijn vertrouwelijk. Het verenigingsbestuur zorgt ervoor dat het bestuur, de verantwoordelijke commissie en de persoon die verantwoordelijk is voor EHBO/BHV, handelen overeenkomstig de adviezen van de arts.

2. Een aspirant-lid met een lichamelijke of psychische beperking van welke aard dan ook, wordt in principe toegelaten tot de VIT; hiervoor wordt zo nodig een aangepast programma opgesteld. Het verenigingsbestuur behoudt het recht om adviezen uit te spreken over deelname aan de VIT.

3. Een aspirant-lid met een beperking kan op die grond weigeren deel te nemen aan een activiteit die voor andere aspirant-leden verplicht is om als lid te worden toegelaten. Het aspirant-lid met een beperking kan op grond van zijn weigering niet worden geweigerd als lid.

4. Naar het oordeel van de over het draaiboek van de VIT geconsulteerde arts is tijdens de VIT sprake van goede algehele hygiënische omstandigheden, alsook voldoende ruimte voor persoonlijke hygiëne.

5. Aspirant-leden hebben gedurende de gehele VIT de mogelijkheid om een arts te gaan bezoeken.

6. Tijdens de VIT is per groep van 300 personen minimaal één persoon aanwezig die in het bezit is van een geldig EHBO- diploma en zo nodig minimaal één persoon met een BHV-diploma.

7. Het verenigingsbestuur zorgt ervoor dat een aspirant-lid voldoende slaap krijgt per nacht, dat wil zeggen minimaal 6 uur aaneengesloten.

8. Elk aspirant-lid krijgt tijdens de VIT voldoende te eten en te drinken, verspreid over dag. Aspirant-leden mogen op geen enkele manier gedwongen worden drank of voedsel te nuttigen of om dat binnen een bepaalde tijd te doen.

9. Aspirant-leden krijgen bij een appèl de mogelijkheid afwisselend te staan en voldoende lang te zitten.

10. Tijdens de VIT zijn er voldoende vertrouwenscontactpersonen van de vereniging beschikbaar die goed bereikbaar zijn voor de aspirant-leden. Deze vertrouwenscontactpersonen handelen in de geest van de gedragscode van de LVV (Landelijke Vereniging van Vertrouwenspersonen, https://www.lvvv.nl/).

11. Aspirant-leden hebben te allen tijde de mogelijkheid een vertrouwenscontactpersoon te benaderen. Deze mogelijkheid wordt bij de start van de VIT duidelijk kenbaar gemaakt aan de aspirant-leden en de begeleiders.

Onze sponsoren